Structurele subsidies: nieuwe ronde 2013-2014 / 2013-2016

Dit is een gearchiveerd bericht

17.06.2011

Dit najaar kan je als organisatie een aanvraag indienen voor subsidiëring in het kader van het Kunstendecreet in de periodes 2013-2014 / 2013-2016. 1 oktober is de uiterste indiendatum voor vierjaarlijkse aanvragen. Op 1 december verwacht men de tweejaarlijkse aanvragen.

Communicatie vanuit CJSM:

Tweejaarlijkse aanvragen zijn als subsidievorm bedoeld voor organisaties die baat hebben bij kortetermijnondersteuning of als niet-projectgebonden instapmogelijkheid voor nieuwkomers die goed op weg zijn een continue werking uit te bouwen. Daarnaast kan de tweejarige subsidie ook aangewend worden als uitstap-of heroriënteringsmaatregel voor organisaties die niet langer aan de criteria voor vierjarige ondersteuning voldoen.

De wijze van indienen van aanvraagdossiers en van gemotiveerde schriftelijke reacties op het voorontwerp van beslissing werd vastgelegd in een ministerieel besluit. Dit besluit bepaalt dat het gebruik van het formulier ‘Aanvraag voor een meerjarige subsidie voor het geheel van de werking’ verplicht is. Als je als aanvrager een gemotiveerde repliek op het voorontwerp van beslissing wilt indienen, ben je eveneens verplicht om gebruik te maken van het formulier ‘Gemotiveerde schriftelijke reactie op het voorontwerp van beslissing’.

De formulieren zorgen ervoor dat het agentschap en commissies vergelijkbare en eenduidige informatie krijgen, zowel inhoudelijk als qua (tekst)volume. Daarom bevatten ze precieze instructies voor het gebruik ervan.

Verder vestigen we nog graag jullie aandacht op de aanbevelingen die Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege bij de voorstelling van het beleidskader voor de structurele subsidieronde 2013-2016 binnen het Kunstendecreet deed:

  • het opnemen van extern artistiek experiment of kunstenaarspraktijken in de werking;
  • het realiseren van samenwerking, synergie of clustering met andere spelers;
  • rekening houden met ecologie en duurzaamheid;
  • aandacht voor de individuele kunstenaar;
  • maatschappelijke inbedding van de organisatie, samenwerking met culturele centra en andere culturele initiatieven in de regio;
  • samenwerking of relatie tot onderwijs, welzijn, economische of maatschappelijke aspecten;
  • en in totaliteit ook aandacht voor spreiding en diversiteit van het aanbod.

Voor de beoordeling van de aanvraagdossiers worden de criteria uit het Kunstendecreet gehanteerd. Deze zijn verschillend voor aanvragen van kunstenorganisaties, kunsteducatieve organisaties, organisaties met een sociaal artistieke werking of periodieke publicaties (zie de handleiding op de website).

De aanvullende criteria die in 2008 werden bepaald voor kunstenorganisaties blijven van toepassing. We zetten ze hier op een rijtje:

  • realisme van het voorgestelde groeipad en conformiteit tussen het artistieke en het financiële beleidsplan;
  • meerwaarde van het initiatief voor de regio op het vlak van het aanbod of op het vlak van facilitering voor andere regionale initiatieven
  • maatschappelijk of sociaal belang, waarbij prioriteit wordt gegeven aan initiatieven die een specifieke doelgroep bedienen of een zeer specifieke invulling geven aan hun opdracht;
  • samenwerking met artistieke en niet-artistieke actoren met het oog op een optimaal gebruik van de werkingsmiddelen en beschikbare infrastructuur en met het oog op een maximale besteding van de middelen voor artistieke creatie en een beperking van de overheadkosten;
  • aandacht voor diversiteit en interculturaliteit;
  • de plaats van het initiatief binnen het volledige instrumentarium aan ondersteuning en subsidiëring van de Vlaamse Gemeenschap, waarbij een initiatief dat niet thuishoort binnen het Kunstendecreet kan worden doorverwezen naar de ondersteuningsmogelijkheden CultuurInvest en de Fondsen van de Vlaamse Gemeenschap.

Het beleid wil er bij de beoordeling en subsidiëring van organisaties voor zorgen dat aanvragers hun positief beoordeelde plannen ook effectief ten volle kunnen uitvoeren, met respect voor alle opgelegde decretale verplichtingen. Het agentschap Kunsten en Erfgoed zal daarom in samenwerking met de bevoegde artistieke beoordelingscommissies steeds zo realistisch mogelijke, werkbare subsidiebedragen voorstellen.

Om dit op een zo transparante en gemotiveerd mogelijke wijze te kunnen realiseren, raden we de organisaties aan om naast de boekhoudbegroting via het standaardformulier, ook een projectmatige (analytische) versie van de begroting te maken, hetzij samenvattend in het zakelijke deel, hetzij via referenties in het inhoudelijke luik.

Commissies krijgen zo een beter zicht op het kostenplaatje van de diverse functies van de organisatie.

Meer info (werkingssubsidies aanvragen, verplichte formulieren, handleiding, …) op http://www.kunstenerfgoed.be/ake/view/nl/2465204-Werkingssubsidies.html

Met vragen kan je steeds terecht bij de afdeling Kunsten op telefoonnummer 02 553 68 42.


Bron: Rik Fabré
Kunsten en Erfgoed – Vlaamse overheid
Cel Communicatie

Trefwoorden:

Terug Meer nieuws